Dom en blond

Hallo mijn naam is Dol
Dom, blond maar o so beautivol
Toen ze mij vroeger als zuigeling
Sabbelend aan een lolly
Vroegen wat wil jij later worden Dolly?
Antwoordde ik met rood gekliederde mond
Ikke zangeres, dom en blond

In mijn puberteit dacht ik lieve schat
Waarom combineer je dat
Domme blonde niet met ambitie?
Maak van je vrouw zijn je munitie
Want ook al zijn die heren niet meer dan klote
Via hen kun je wel doorstoten
Naar de groten der aarde
Dikke, dunne, kale of juist overal behaarde
Laat ze je borsten betasten en in je billen knijpen
Laat ze maar in de waan dat je danst naar hun pijpen
Ook al komen ze nu nog eerder klaar
Jouw bevrediging zal het grootste zijn reken maar

Dus houd ik me nu van negen tot vijf
Voor de buitenwereld bezig met mijn lijf
Achter mijn domme blonde façade
Sla ik de mannen nauwlettend gade
En zolang deze domme blondine
Daar nog goed haar boterham mee kan verdienen
Denk ik kom kom kom
Wie is er hier nu eigenlijk dom?

Van Onno van Dijk, directeur van het Anthony Theater, en mijn vaste kapper, steun en toeverlaat Peter Kappinga leerde ik al snel hoe belangrijk publiciteit is in de showbizz. Het liefste gratis publiciteit. Regelmatig stuurde ik bijvoorbeeld ingezonden brieven naar zogenaamde kwaliteitskranten.

Toen de VPRO gratis uitzendtijd bood in ruil voor tientjesleden schakelde ik vriendin Jans in. In ruil voor 50 door haar getrokken tientjesleden mocht ik vijf minuten op de VPRO-radio. Ik heb het gedicht hiernaast voorgedragen en Dit is mijn leven, een liedje van Astrid Nijgh, gezongen.
Toen ik het idee had dat de media mij in de eerste jaren dood leken te willen zwijgen bedacht Peter het volgende plan: we zorgen dat je een beauty-contest gaat winnen in de iT. Aangezien die een eigen pagina hebben in de Gay Krant kunnen ze dan bijvoorbeeld in Best niet meer om je heen. Peter bepaalde dat ik in april 1990 de Lente-koningin van de iT zou worden. Zo geschiedde. Ik herinner me hoe ik op de bewuste avond in een groen lakleren topje werd gestoken en grotendeels naakt naast een taxichauffeur plaatsnam. Visagist Paul en Peter zaten op de achterbank en in de kofferbak zat een skelet van kippengaas waar we die avond meer dan duizend tulpen in hadden gestoken. Nou ja, we? Vooral Peter was daar uren mee in de weer. Op de hoek van de Amstelstraat werd ik in mijn ‘tulpenrok’, die maar liefst vijftien kilo woog, gehesen. Peter placeerde mij vervolgens met deze loodzware creatie, ik ging echt bijna door mijn hoeven, op het toneel. In mijn herinnering heb ik daar uren gestaan totdat er natuurlijk gebeurde wat Peter had gepland. Ik werd Lentekoningin van de iT en kreeg een interview op de iT-pagina in de Gay Krant.
De foto van La Bellefleur, of moet ik zeggen la Tulipe?, werd op 7 april 1990 genomen door Zbiginiew Kosc.