Ome Jan

Mijn moeder had een zusje
Die kleedde zich als man
Ze droeg nooit mooie jurken
Maar had een maatpak an
Men zei in de familie:
‘Tante is een travestiet’
Dat klonk geweldig spannend
Maar wat het was?
Dat wist ik niet

Ik zal het nooit vergeten
Die allereerste keer
Mama zei: ‘Dit is je tante’
Maar ik zag een jonge heer
Okay ze had wel borsten
Maar ik dacht een timmerman
Verbouwt haar in een wippie
Tot m’n eigen Ome Jan

Refrein: Want we gingen op vakantie
Van het geld van Ome Jan
En niemand leek te weten
Hoe ie aan zijn centen kwam
Dat kon ons weinig schelen
Dus we namen het ervan
Niks te klagen
Niet naar vragen
Wat hebben we plezier gehad
Van Ome Jan z’n geld
En daarom was ook iedereen
Enorm op hem gesteld
En waar hij het vandaan had
Heeft ook niemand ons verteld
Ooh die lieve Ome Jan

Ik werd al snel zijn snoesje
Zijn allerliefste nicht
Mijn muze Assepoesje
Schreef hij in een gedicht
Hij gaf me nieuwe kleren
Cadeautjes bij de vleet
Ik heb hem met mijn charmes
Volledig uitgekleed

Toen ik wat ouder werd
Nam Jan me vaak apart
Hij zei: ‘dan lieve Dolly Dol
De mensen zijn zo hard’
Ik dacht dan houd je waffel
Lul niet uit je nek
Maar het was een kleine moeite
Voor een vette eurocheque

Refrein

Nu heb ik maanden niets gehoord
En ben naar hem op zoek
Ik vind hem in een discotheek
Verloren in een hoek
En dan vertelt hij zijn verhaal
Onthult zijn groot verdriet
Ze schelden hem vaak uit
Voor gore travestiet

Wanneer ik hem vertel
Dat ik heeel veel van hem hou
Krijgt hij tranen in zijn ogen
Ze worden giroblauw
Hij snottert en hij stottert:
‘Ooh Dolly dolle kind
Hier heb je nog wat flappen
Ik heb ze net gepind’

Refrein

Ooh die lieve Ome Jan
Geld is geld dus
Pak het an!

Toen ik voor de zoveelste keer ergens in den lande het podium moest opdraven nadat de DJ het nummer Hij is een transseksueel had gedraaid ontstond op de terugweg, in de nachttrein van Rotterdam naar Amsterdam, het idee voor dit nummer. Met name de nogal platte tekst:

Ik zal het nooit vergeten
Die allereerste keer
Mama zei: ‘Dit is je tante’
Maar ik zag een jonge heer
Okay ze had wel borsten
Maar ik dacht een timmerman
Verbouwt haar in een wippie
Tot m’n eigen Ome Jan

Was een direkte verwijzing naar de grove tekst van Hij is een transseksueel. Als ik het zong moest ikzelf ook denken aan mijn oom Jaring. Een van de broers van mijn moeder die in de Tweede Wereldoorlog zat ondergedoken om te voorkomen dat hij in Duitsland te werk zou worden gesteld. Om zijn familie af en toe toch in het geheim te kunnen bezoeken stak hij zich in vrouwenkleren en fietste zo vrolijk door Friesland. Eigenlijk zet ik dus een familietraditie voort! Dat hij in de oorlog niet de enige was blijkt uit deze valse persoonsbewijzen te zien in het Verzetsmuseum te Amsterdam.

De andere illustratie is afkomstig uit het boek getiteld Daar was laatst een meisje loos. Het betreft een onderzoek van Rudolf Dekker en Lotte van de Pol naar vrouwen die in de 17e en 18e eeuw genoeg hadden van de beperkingen van hun vrouwenbestaan. Ze knipten hun vlechten af, trokken mannenkleren aan en namen dienst als matroos of soldaat. Onder de mannenkleren scholen meermalen lesbische en transsexuele vrouwen, die op deze wijze gemakkelijker naar hun aard konden leven.