Wie is Dol?

Dag’lijks lieg ik patiënten voor
Het leven is te dol, denk positief!
Maar gaan de lichten uit in mijn kantoor
Dan voel ik mij alleen en ongeliefd
Ooh alsjeblieft

Wie is Dol?
Hoe is mijn leven toch gepland?
Komt er ooit een happy end?
Is that all?
Vertel me wie is Dol?

Is dit m’n dal, is dit m’n top?
Ben ik verwelkt of in de knop?
Een tulpenbol?

Wanneer vind ik toch de grond?
Waarin ik tot bloei komen kan?
Ik zit behoorlijk in de stront
Daar bloeien de plantjes toch van?

In hemelsnaam
Ben ik een roosje, een viool?
Of een stomme gladiool?
Vlijtig liesje, een grasspriet?
Of een kruidjeroermeniet
Neen een cyclaam?
Wie is Dol in vredesnaam

(Spreekstem) Waarom duurt het toch zo lang voordat ik ook ga bloeien? Ik krijg toch al jaren voldoende voedingsstoffen? Ik zak haast weg in de stront. En mijn lieve kleine worteltjes liggen dagelijks te watertrappelen in mijn tranendal en toch blijf ik een verlept kasplantje. Is het omdat er nooit iemand liefdevol tegen me praat? Zou er iemand überhaupt van mij kunnen houden? Zou er iemand om mij treuren als ik op een dag door een rukwind wordt ontworteld en weggevaagd?

Ik wil uit mijn bol
Komt er ooit een hovenier
Die m’n bed harkt met plezier
Die van Bellefleurtjes houdt
En een broeikas voor me bouwt?
Heel liefdevol
Voor zijn babydoll!

Uit Dolly’s Wedergeboorte.