Daar zijn we dan
’t Duurde wel even
Mijn make-up die liep haast in de soep
De keuken werd een kleretroep
Daar zijn we dan
Ik dacht zo even
Ik haal wel shoarma of chinees
In de magnetron en klaar is kees
Ach meiden maak je niet zo druk
We zijn toch zelf een lekker stuk?
Ja wij zijn dames om te smullen
Licht verteerbaar, volslank en gezond
Dames om te smullen
We glijden zo maar in uw mond
Oh propt u zich maar lekker vol
Met Dolly, Sally en met Dol
Wij zijn dames, echte dames om te smullen
Wat zullen wij gaan kokkerellen?
Wilt u ’t neusje van de zalm
Of houdt u niet van vissewalm?
Zegt u ’t maar
U mag bestellen
Wilt u wild vlees? Well-done of rare?
Wij koken voor u met een ster
Wij kauwen het nog een keer voor
Voor elke kenner of carnivoor
Zijn wij drie dames om te smullen
Uw voorafje, hoofdgerecht en toet
Dames om te smullen
Onverzadigd vet in overvloed
Ooh eet me op met huid en haar
Ik lust u rauw
Wees mijn tartaar
Want wij zijn dames, echte dames
Om te smullen
Dames om te smullen
Uw voorafje, hoofdgerecht en toet
Dames om te smullen
Heerlijk, hartig, honingzoet
Ooh propt u zich maar lekker vol
Met Dolly, Sally en met Dol
Wij zijn dames, echte dames om te smullen
Onder het motto 'verandering van spijs doet eten' besloten Sally Bowles, Dolly Dolfijn en ik, na jarenlang solo triomfen gevierd te hebben, in juni 1993 onze charmante hoofdjes bij elkaar te steken. De productie Dames om te smullen met "scherpe teksten, gekruide babbels en liedjes om van te blozen" in het Plein Theater in Amsterdam was zo’n succes dat we gevraagd werden ook het land in te gaan. Een tournee volgde langs het Zuidpleintheater in Rotterdam, Theater Pepijn in Den Haag, de Arnhemse Schouwburg, O’42 in Nijmegen, de Schouwburg in Heerlen, het Klein Theater in Eindhoven en de Kleine Komedie in Amsterdam. Hier kon het publiek op 28 april nog een keer de tanden zetten in sexbom Dolly Dolfijn , de mond laten snoeren door de gepeperde uitspraken van Sally Bowles en de vingers aflikken bij de pittige liedjes van mijn persoontje.
Enkele jaren later overleed Dolf Luteyn alias Dolly Dolfijn aan de ziekte AIDS. Toen hij op de orkestband van The Sunny Side of the Street door een aantal doodgravers in jacquet werd weggedragen kregen Sally Bowles en ik bijna de slappe lach. In gedachten zagen we hen al tappend Dolly Dolfijn wegdragen op de muziek van een van haar succesnummers.
Ergens in een café in de buurt anekdotes ophalend vertelde ik Sally over die ene keer dat Dolly en ik bijna waren verongelukt. Op de terugweg van een optreden in Heerlen zaten we zo heerlijk te kletsen dat we wellicht iets minder goed op de weg letten. Na een ellenlange rechte weg dook ineens een zeer scherpe bocht op. Enkele minuten lang schuurde de auto langs de vangrails. Pas bij wegrestaurant De Lucht, ongeveer een half uur rijden van de plek waar het ongeluk was gebeurd, durfden we de auto te parkeren en de schade te bekijken. De schade viel relatief mee.
Hetgeen niet gezegd kon worden van een auto die ik jarenlang leende van Jo en Joke. Beiden collega’s van vaste visagist en chauffeur Paul Gerrits waren zo vriendelijk om deze kleine zelfstandige jarenlang hun auto te lenen. Zo ook op die ene vijf december. Omdat ik wist dat op de lokatie geen kleedruimte was zat ik, wat ik wel vaker deed en ook nu nog doe in dergelijke situaties, in vol ornaat in de auto. Het optreden in Amersfoort ging meer dan voorspoedig. Ik kreeg zelfs na afloop, iets wat me helaas niet al te vaak overkwam, een fooi van honderd gulden. Voldaan begonnen chauffeur en ik de terugreis. Enkele minuten onderweg ontstond er een vreselijke rookontwikkeling. We konden gelukkig nog net een tankstation bereiken. Uren stond ik all dressed up in het tl-licht van het pompstation een showtje op te voeren. Onder het mom: ‘de aanval is de beste verdediging’ riep ik met name de meest macho cliëntèle, wijzend naar mijn witte pruik, strofen toe als: ‘Hoi ik ben Sinterklaas alleen mijn baard zit verkeerd om’. Ik had zelfs een lift hebben kunnen krijgen van een motorrijder. Toen de ANWB eindelijk ter plekke was bleek de auto rijp voor de schroothoop. Ik eerlijk gezegd ook. De extra honderd gulden ging op aan een taxi. Een rit die ik ook niet snel zal vergeten. De chauffeur was, hoe zal ik het formuleren, nogal over-tolerant. De hele weg zat ie maar van: ‘Ik heb wel vaker figuren zoals jij in mijn auto… ach jullie zijn toch ook gewoon mensen’ et cetera.
Van dit voorval twee dingen geleerd: 1) Ga nooit meer in vol ornaat in een auto zitten 2) Leen nooit meer een auto van vrienden maar huur er een. Want ook al werd me door Jo en Joke niets verweten, het mankement had te maken met slijtage, ik voelde me toch zeer schuldig over het gebeuren. De foto werd gemaakt door Hans v.d. Leeden.
Denk ik aan mijn kinderjaren
Wat was dat een mooie tijd
Fietsen, wippen, bootje varen
Ik was pappie’s kleine meid
Vingerverven met m’n handjes
Pappie stond voor mij model
Poseerde in de gekste standjes
Voor z’n kleine snottebel
Samen ziekenhuisje spelen
Ik was dokter hij patiënt
We hoefden ons samen nooit te vervelen
Wat hebben we elkaar verwend
Nooit hoefde ik om iets te vragen
Altijd stond ie voor me klaar
Met snoepjes of een lange vinger
Dat was smullen reken maar
Pappie wij waren altijd samen
Ik gaf jou veel jij wilde altijd meer
Ik was ooit jouw jonge dame
Jij was en bleef mijn jonge heer
Maar na mijn dertiende verjaardag
Plots’ling in mijn puberteit
Mocht ik niet meer met je spelen
Ik was niet meer je kleine meid
Zusje mocht nu paardje rijden
Zij mocht met je mee in bad
Zij kreeg alle privileges
Die ik ooit ook had gehad
Pappie wij waren altijd samen
Net als Donald Duck
En Kwik en Kwek en Kwak
Ik was ooit jouw jonge dame
Voelde jij je niet op je gemak?
Verliet je daarom je jonge dame
Wat vond ik jou een grote… schat
Liedje uit Dolly’s Wedergeboorte, Rob van Reyn Theater 1992. Toen ik de tekst van dit liedje schreef was kindermisbruik zo’n hot item dat het bij wijze van spreken al verdacht was als je als vader je eigen kind even lekker knuffelde of beet pakte. Op die massahysterie inspelend besloot ik op de muziek van Ik voel me zo verdomd alleen, Ciske de Rat’s toppunt van kinderkitsch, een zo dubbelzinnig mogelijke tekst te schrijven over een meisje dat tot haar dertiende vreselijk door pappie wordt vertroeteld en daarna, uit angst voor wat de omgeving er wel niet van zal denken, van de ene dag op de andere aan de kant wordt geschoven.
Arme Rosa Sluyt-Spier (dossier 00) moest het iedere avond zingen. Het leidde tot felle reacties in de zaal. Regelmatig verlieten vrouwen tijdens de voorstelling de zaal.
Tien jaar later heb ik het ook in mijn eigen répertoire opgenomen. Er lijkt niet veel veranderd. Zo werd er onlangs een prachtige foto van Rineke Dijkstra van een klein kindje verwijderd omdat het kinderporno zou zijn. Deze illustratie is afkomstig uit een jeugdboek getiteld Popje Piet. Met tekst van -what’s in a name?- Dolly Boode en tekeningen van Max Leeuwenburgh.
De metselaar stapelt steen op steen
En trekt van de grond op
Een ode aan het been
Een winkel voor de enkel
Een winkel voor de kuit
En straks pronkt de nylonkous achter de ruit
Dat twee zulke handen zo ruw en grof
Een monument kunnen maken voor de allerteerste stof
Waar diep in de lade
Goed uit het zicht
Het kostbaarst denier verborgen ligt
De nylonkous is heilig
Het allerhoogste goed
Voor de metselaar die boven
Aan de ladder wezen moet
Metsel o metselaar
Lustig in de wind
Timmer o timmerman
De droom van een kind
Specie op de spatel
Spijker in het hout
Zo wordt aan de illusie
Van de nylonkous gebouwd
De winkel is klaar
Bloemen allerhand
Voor de trotse eigenaar
Die wacht op een klant
Ik loop naar die winkel
Mijn neus plat op de ruit
Maar dan komt de nevel
Versluiert die ruit
Versluiert allerwegen
De hele vitrien
En ook op den duur
Is er geen kous meer te zien
Toen schrijver en schilder Toine Moerbeek mij dit lied voor het eerst liet horen was ik op slag verliefd. Ik herinnerde me hoe ik als jonge puber in het gristelijke huizen een stelletje stoere bouwvakkers wekenlang had zien werken aan een gebouw waar, bleek later, damesmode zou worden verkocht. Wat vond ik dat een opwindend contrast. Ik heb zelfs op een ochtend, op weg naar school, een briefje, compleet met tekening, op de bouwkeet gehangen. ‘Voor de man die dit kettinkje draagt’. Hij kwam natuurlijk nooit opdagen op de in het briefje afgesproken geheime plek.
Ik was reuzebenieuwd of mijn publiek een dergelijk literair nummer van Dolly zou accepteren. Wellicht om hen ietsje tegemoet te komen maar ook om het nummer wat vileiner te maken voegde ik er zelf nog twee ‘hoofdstukjes’ aan toe:
Mijn metselaar leek heilig
Maar bleek slechts surrogaat
Niet sanctus maar schijnheilig
Hij pleegde hoogverraad
Hij hield niet van mijn specie
Mijn lichaam liet hem koud
Hij moffelde me weg
Als een constructiefout
Dit vervolg op het lieve en sprookjesachtige eerste deel was muzikaal ook veel heftiger.
Maar daarmee ramptoeristen
Was de kous niet af
Ik laat me zo niet kisten
Hij kreeg de juiste straf
Dit eens zachtaardig meisje
Zo teder en zo fijn
Veranderde in een Frankenstein!
Muziek wordt nog heftiger. De lieflijke kous van het eerste deel is veranderd in een moordwapen.
In een interview in ELLE (Zomer 2002): "Ik heb een zwak voor panty’s. Ik koop altijd bij de Bijenkorf -de dames van de kousenafdeling komen altijd naar mijn shows- Oroblu Magic 20, glanzend, kleur Mandel. Ik voel me niet prettig als ik die niet aan heb. Het is een soort ritueel: voor de show begin ik eerst met de make-up; als mijn ogen, rouge en wimpers klaar zijn trek ik de panty aan, en dan pas begin ik aan de lippen. Ik zeg altijd It’s a thin line between stardom and starvation, en ik heb helaas wel eens mindere tijden meegemaakt dat ik moest bezuinigen - maar dan moest ik toch die panty’s hebben. Dan maar drie dagen chili con carne."
NyLon is overigens een mooie combinatie van de afkortingen van de steden New York (NY) en Londen (LON). Twee wereldsteden waarnaar ik misschien ooit, wat heet binnenkort, zal uitwijken als voor de zoveelste keer blijkt dat Nederland niet op travestie als volwassen theatervorm zit te wachten?
Mensen heb je ’t al vernomen?
Pim Fortuyn zit op de troon
Bea heeft hem aangenomen
Als haar rechterhand en zoon
Arme ouwe is gedwongen
Zeggen kwade boze tongen
Men heeft haar verordonneerd
Als u ’t kabinet formeert
Haal de druk dan van de ketels
En smeek Pim om al zijn zetels
’t Liefste kruipend op uw knietjes
Daarop kicken malle mietjes
Om te ruilen voor een troon
En dat deed de godenzoon
En de koningin, en de koningin
En de koningin die loopt te balen
Maar de koning Pim, maar de koning Pim
Maar de koning Pim die zit te stralen
En hij kirt royaal ach meid
Je raakt heus je job niet kwijt
Als ik maar op Prinsjesdag
In je koetsje rijden mag
Rim Pim Pim, je moet begrijpen
Zegt de koningin kordaat
Ik dans echt niet niet naar je pijpen
Ik heb ook een doctorsgraad
’k Heb zo’n hekel aan die nichten
Wel de lusten niet de plichten
Gladjanus en ijdeltuit
Ik deel hier de lakens uit
En ik hoef maar te bemerken
Dat je niet keihard wilt werken
Dan is ’t veni, vidi, foetsie
Nooit meer in het gouden koetsie
Majesteit zegt Pim gedwee
Ik doe echt met alles mee
En de koning Pim, en de koning Pim die zit te stralen
Want de koning Pim, want de koning Pim
Want de koning Pim ruikt de annalen
Elke nieuwsshow, elke krant
Zet hij profi naar z’n hand
Ja het is geen kattenpis
Pim die schrijft geschiedenis
’t Is heel leuk om te poseren
Voor een foto in de krant
Maar we moeten ook formeren
Zegt de koningin coulant
Waarop Pim alle partijen
Stevig op begint te vrijen
’t CDA is nummer een
Pim raakt echt door ’t dolle heen
En het kwijl loopt uit de mondjes
Heerlijk op zijn christenhondjes
Denken Pimmetje en Jan-Peter
Jongens kan het wat discreter?
Gilt de majesteit het uit
Holland holt zo achteruit
En de koning Pim, en de koning Pim
En de koning Pim die blijft maar stralen
Want de koning Pim, want de koning Pim
Want de koning Pim heeft zijn rivalen
In z’n kontzak zogezegd
Het gevecht dat is beslecht
Op de hopen van paars puin
Draait nu het Rad van Fortuyn
Koning Pim is niet te stuiten
Driftig zwaait ie met z’n zwaard
Laat ons alle grenzen sluiten
Holland is geen slagroomtaart
Waarvan iedereen mag vreten
Het blijft passen, het blijft meten
Als dat plots ter tafel komt
Zegt de majesteit verdomd
Lieve schat wil je geloven
’k Heb al jaren volle hoven
Laat ons daarom molto forte
Heel het koningshuis gaan korte
Zegt Pim en hij zet een schaar
In de majesteit d’r haar
En de koning Pim, en de koning Pim
En de koning Pim die zit te stralen
Want de koning Pim, want de koning Pim
Want de koning Pim trekt volle zalen
‘Koning Pim hij zij zij met ons’
Hangt in alle kapsalons
En ook op het nieuwe geld
‘De Fortuyn’ is Pim de held
Mensen heb je ’t al vernomen?
Koning Pim is afgezet
Bea heeft hem beetgenomen
Want ze stuurde een boeket
Zogenaamd van een aanbidder
Stoere stoot en ruige ridder
Woonachtig in Teheran
Pim die is er heen gegaan
Maar z’n droomprins was gelogen
Uit de duim van Trix gezogen
En toen Pim weer terug wou keren
Riepen heren met geweren
In de naam van Koning Pim
Niemand komt er hier nog in
Bruinkoolganger, kakelnicht
Nederland dat blijft potdicht
Speciaal voor de verkiezingen van 2001 schreef ik dit nummer dat een kort leven van vier dagen beschoren bleek. De titel en opbouw zijn een directe verwijzing naar het liedje De Bezetting dat Guus Vleugel in de jaren zeventig schreef voor Jasperina de Jong. Ik heb het voor het eerst gezongen op een bijeenkomst van de PvdA op 1 mei 2001 in Haarlem.
Het idee ontstond toen ik Pim Fortuyn, als een soort van Koningin van Lombardije, uit zijn limo zag wuiven naar de pers, roepend dat hij de nieuwe premier van Nederland zou worden. Saskia Noorman-Den Uyl was zo enthousiast dat ze contact opnam met de redaktie van Kopspijkers, er verscheen een artikel in het Haarlems Dagblad, het NRC en er werden tv-opnames gemaakt voor het programma Man Bijt Hond. Fortuyn’s populariteit was ongekend. Een steeds grotere groep Vollanders zag in Hem de Verlosser en Vader des Vaderlands die op de puinhopen van paars een nieuw paradijs zou doen herrijzen.
Op 5 mei 2001 zong ik dit nummer voor het laatst op een podium bij het Homomonument. Het werd met veel enthousiasme ontvangen. Een dag later werd Fortuyn vermoord en was het natuurlijk niet meer gepast wat heet werd het zelfs levensgevaarlijk het nummer ooit nog te vertolken. De tv-uitzending van Man Bijt Hond ging niet door. De stemming was zeer grimmig. Ik werd zelf uitgescholden voor Melkert-hoer (zie ook: Samen Sterk).
In december 2003 heb ik het lied uit de motteballen gehaald en wel voor Dolly’s Bonte Dinsdagavond Gein in Cassablanca Varieté. Ik was niet de enige die Pim in die periode van stal haalde. Bij Toneelgroep Amsterdam dook hij op onder de naam Tim van Athene en bij Toetssteen als Pim Fortuyn in een droom van Beatrix.
Na de volgende inleiding heb ik het lied, enigszins aangepast, gezongen:
Er was eens lichtjaren gelee
Een piepklein koninkrijkje aan zee
Een klompje klei opgehoogd met dijken
Waar alle helden gemiddeld moesten lijken
Van popidool tot premier
Iedereen was er doorsnee
Zelfs de Diva’s waren zonder jokken
Poldermodellen uit de klei getrokken
Met namen als Sjoukje of Boukje Bult
Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg
Was het motto van de koningin
En dat deed ook iedereen behalve haar gezin
Hoog boven hen verheven
Liet zij haar onderdanen waven
Wuiven, wadlopen, whatever
Het was ongelooflijk clever
Hoe Bea, The Betrix
Werd zij ook wel met ontzag aangesproken,
Haar volk voor haar gouden karretje wist te spannen
En het voertuig wist te maken van haar snode plannen
Alles leek Peijnenburgkoek en ei
Totdat Ammereto Hij
Ten tonele verscheen: Pim Pandoer
Die met zijn jongensachtige bravour
Het koninkrijk op zijn grondvesten deed schudden
En wat deed de grote kudde?
Wat ze altijd hadden gedaan
Ze liepen achter de zogenaamde nieuwe leider aan
The Betrix hoorde haar Vollanders blaffen en blaten
Mijn God waarom heeft U ons toch zo lang verlaten?
Maar gelukkig zond U ons, hoorde ze hen krijsen,
Pim de Verlosser die ons de weg zal wijzen
Naar het nieuwe Beloofde Land
Dat nooit schreeuwde The Betrix aangebrand!
Zo waarlijk helpe mij God almachtig
En ze bedacht een list zo kinderachtig
Dit is de droevige monoloog
Declameerde de vagina droog
Gekleed in een sexy zwarte string
Voor een publiek dat aan haar lippen hing
Dit is de misselijk makende monoloog
Vervolgde zij haar vaginaal betoog
Van Wilhelmina Kuttje uit Tietjerksteradeel
Die na jaren Befehl ist Befehl
Haar pruimpje aan de wilgen hangt
Omdat ze naar veel meer verlangt
Dan louter manlief te bevredigen
Ga je zoutvaatje ergens anders ledigen
Zakkenwasser, lul de behanger
Ik pik het niet langer
Ik maak me nog liever van kant
Zei Wilhelmina’s mutsje militant
Dan dat ik keer op keer
Je repeteergeweer
Stantepee moet ontladen
Je steekvleesje moet braden
Je pieper moet jassen
Daar wil ik echt voor passen
Ich bin von Kopf biss Fuss
Niet enkel een flamoes
Perzik, kittelaar of pruim
Keuvelde ze met het schuim
Op haar loslippige mond
En vervolgde terstond
Ik heb van onder
Een wereldwonder
Geen scheur, schoorsteen of klit
Zuignap of doosje heet dit
Laat st st st staan
Stotterde ze ontdaan
Buiksloterhammetje of sneetje
Daarom ga ik voor voortaan weet je
M’n eigen boontje doppen
Mijn keukentje zelf soppen
Op mijn genotsgrotje
Gaat een sl slotje
Broekforelletjes
Het is zo welletjes
Mijn oester blijft potdicht
Ho wacht even klonk een smsbericht
Mijn muts is jouw beste maatje
Want voel je je even Naatje
Dan heeft ze altijd een gaatje
In haar volle agendaatje
Zaagde en zong een vaginaatje
Met tanden kortom een dentaatje
Het leven is slechts kut met peren
Als je het verspilt aan de heren
Gooi alle mannen daarom overboord
Dat wordt madelief ons sleutelwoord
Weg met de maffia
Die met hun raffia
Onze tuinboontjes eeuwen hebben onderdrukt
Ooh wat gingen onze bloempjes gebukt
Onder hun paddestoel en boelslurf
Waarmee ze ons staken als waren wij turf
Daar springen spontaan de tranen van in mijn broekje
Eigen schuld dikke bult of geven we een koekje
Van eigen deeg
Een zelfde veeg
Uit de mosselpan
Aan Jan en alle man?
Wat zeg ik nou?
Truus en allevrouw
Wilhelmina vooruit dartel duiffie
Geef je over aan schuiffie schuiffie
Laat mij zonder rempedalen
Je anemoon uit haar knopje halen!
En zo lulden ze vele pagina’s
Over kutjes en kalfjes en vagina’s
Tot er messieurs et mesdames
Toch nog een olifant kwam
Met een hele grote snuit
En die blies dit vaginaal verhaaltje uit!
‘Mannen zijn nullen. Of je ze nu optelt, vermenigvuldigt of …. Het is nul en het blijft nul.’. Is een van de eerste militante uitspraken waarmee ik al vroeg in mijn carrière duidelijk wilde maken dat mijn doel, voor zover ik dat heb, niet in eerste instantie is om vrouwen belachelijk te maken. Integendeel.
Vooral de zogenaamde mannelijke mannen, lees die ervoor door willen gaan, krijgen het er in mijn kruistocht van langs! Niet altijd zonder gevolgen. Neem nou een optreden op 3 juni 1996 nota bene de verjaardag van mijn mannelijk alter ego, zei ik tegen een man met lang haar die vlakbij het podium stond: ‘Wat zie jij er mannelijk uit. Je moet alleen je haar opsteken’. Voordat ik het wist raakte zijn vuist mijn gezicht en het bloed spoot werkelijk uit mijn neus. Via de artiesteningang, lees de gang die het café verbindt met de keuken van de eigenaar, wist ik een veilig heenkomen te zoeken. Na mezelf opgekalefaterd te hebben besloot ik weer het podium op te gaan. Enkel uit eigen belang. Ik was bang dat, als ik niet meteen weer het podium op zou gaan, ik nooit meer zou durven op te treden. Gewapend met een stofzuigerstang, die ik in de gang had gevonden, stormde ik als ware ik Dolly de Viking het podium op.
Wat heerlijk om zo’n zaal te zien vol misère
De kassa’s rink’len cliëntèle carrière
De psychische problemen hier oh indrukwekkend
Hoe al dat wrakhout onverpoosd
Bij ’t D.I.A.G.G wordt geloosd
Maar geen nood
Houd u groot
Hier is uw reddingsboot
Dokter Dolly red mijn ziel-ziel-ziel
Geef mij ook uw sex a piel-piel-piel
Dokter Dol ik voel me flut-flut-flut
Een grote trut-trut-trut
In de put-put-put
Maar wanneer ik al uw schoonheid zie
Denk ik ik moet ook in therapie
’t is zo lekker, ’t is zo fijn-fijn-fijn
Om probleemgeval te zijn
Hallo mevrouw wat flink dat u ook bent gekomen
U hoeft zich niet te schamen hoor
U heeft de stap genomen
Het ziet er niet rooskleurig uit
Maar ’t is verbazingwekkend
Hoe u zonder ruggegraat
Nog op uw benen staat
Proficiat lieve schat
En maak je borst maar nat
Dokter Dolly red mijn ziel-ziel-ziel
Geef mij ook uw sex a piel-piel-piel
Dokter Dol ik voel me flut-flut-flut
Een grote trut-trut-trut
In de put-put-put
Maar wanneer ik al uw schoonheid zie
Denk ik ik moet ook in therapie
’t is zo lekker, ’t is zo fijn-fijn-fijn
Om probleemgeval te zijn
Hallo mijnheer daar op rij twee
Kunt u zich niet bedruipen?
En zou u ’t liefste dag’lijks
Onder Dolly’s rokje kruipen?
U bent heus niet de enige hoor
’t is toch weerzinwekkend
Dat zelfs mijn held Maarten ’t Hart
Zijn benen nu ook harst
Poppedijn, proefkonijn
Laat mij je praatpaal zijn
Dokter Dolly red mijn ziel-ziel-ziel
Geef mij ook uw sex a piel-piel-piel
Dokter Dol ik voel me flut-flut-flut
Een grote trut-trut-trut
In de put-put-put
Maar wanneer ik al uw schoonheid zie
Denk ik ik moet ook in therapie
’t is zo lekker, ’t is zo fijn-fijn-fijn
Om probleemgeval te zijn
Afkomstig uit Dolly’s Wedergeboorte (Rob van Reyn Theater, 1992). Ook deze zaal werd afgebroken. Voor de Gay Games van 1998 en de OutGames van 2006 in Montreal heb ik het lied nog hertaald en uitgevoerd in het Engels.
De foto van mijn optreden op de Dam tijdens de Gay Games 1998 werd gemaakt door Eveline
Renaud.
Is life a drag down in the drain?
Don’t panic dear, don’t fear
All hands on deck, sing in the rain
Salvation is now near
Let Doctor Dolly do her job
Please let me take controll
If you don’t know
Where you should go
I’ll be your glory hole
Girls and boys
Don’t hold your noise
Sing along and raise your voice
Doctor Dolly save my soul-soul-soul
Will you be my glory glory hole-hole-hole
Doctor Dolly I can’t cope-cope-cope
Give me hope-hope-hope
Or a rope-rope-rope
I’m a total flop as you can see
I am lost without your therapy
Doctor Dol I want to dye-dye-dye
My hair blond ooh me ooh my
Hi Mrs Monstruous, Mrs Muts
You look a perfect fright
It certainly takes lots of guts
To be here in daylight
Let Doctor Dolly mend your mind
Please let me fix your face
Allthough you do look different now
You’re not a hopeless case
My old maid! It’s not too late
Just be sure my bills get paid
Doctor Dolly save my soul-soul-soul
Will you be my glory glory hole-hole-hole
Doctor Dolly I can’t cope-cope-cope
Give me hope-hope-hope
Or a rope-rope-rope
I’m a total flop as you can see
I am lost without your therapy
Doctor Dol I want to dye-dye-dye
My hair blond ooh me ooh my
Hi Mister Muppet, Mister Mess
I can’t believe my eyes
Are you the Monster of Loch Ness?
The devil in disguise?
Let Doctor Dolly be your nurse
Please let me help you dear
I hope there’s money in your purse
Cause I am no volunteer!
You need a guard
So if you’re smart
Give me your creditcard!
Doctor Dolly save my soul-soul-soul
Will you be my glory glory hole-hole-hole
Doctor Dolly I can’t cope-cope-cope
Give me hope-hope-hope
Or a rope-rope-rope
I’m a total flop as you can see
I am lost without your therapy
Doctor Dol I want to dye-dye-dye
My hair blond ooh me ooh my
Hallo mijn naam is Dol
Dom, blond maar o so beautivol
Toen ze mij vroeger als zuigeling
Sabbelend aan een lolly
Vroegen wat wil jij later worden Dolly?
Antwoordde ik met rood gekliederde mond
Ikke zangeres, dom en blond
In mijn puberteit dacht ik lieve schat
Waarom combineer je dat
Domme blonde niet met ambitie?
Maak van je vrouw zijn je munitie
Want ook al zijn die heren niet meer dan klote
Via hen kun je wel doorstoten
Naar de groten der aarde
Dikke, dunne, kale of juist overal behaarde
Laat ze je borsten betasten en in je billen knijpen
Laat ze maar in de waan dat je danst naar hun pijpen
Ook al komen ze nu nog eerder klaar
Jouw bevrediging zal het grootste zijn reken maar
Dus houd ik me nu van negen tot vijf
Voor de buitenwereld bezig met mijn lijf
Achter mijn domme blonde façade
Sla ik de mannen nauwlettend gade
En zolang deze domme blondine
Daar nog goed haar boterham mee kan verdienen
Denk ik kom kom kom
Wie is er hier nu eigenlijk dom?
Van Onno van Dijk, directeur van het Anthony Theater, en mijn vaste kapper, steun en toeverlaat Peter Kappinga leerde ik al snel hoe belangrijk publiciteit is in de showbizz. Het liefste gratis publiciteit. Regelmatig stuurde ik bijvoorbeeld ingezonden brieven naar zogenaamde kwaliteitskranten.
Toen de VPRO gratis uitzendtijd bood in ruil voor tientjesleden schakelde ik vriendin Jans in. In ruil voor 50 door haar getrokken tientjesleden mocht ik vijf minuten op de VPRO-radio. Ik heb bovenstaand gedicht voorgedragen en Dit is mijn leven, een liedje van Astrid Nijgh, gezongen.
Toen ik het idee had dat de media mij in de eerste jaren dood leken te willen zwijgen bedacht Peter het volgende plan: we zorgen dat je een beauty-contest gaat winnen in de iT. Aangezien die een eigen pagina hebben in de Gay Krant kunnen ze dan bijvoorbeeld in Best niet meer om je heen. Peter bepaalde dat ik in april 1990 de Lente-koningin van de iT zou worden. Zo geschiedde. Ik herinner me hoe ik op de bewuste avond in een groen lakleren topje werd gestoken en grotendeels naakt naast een taxichauffeur plaatsnam. Visagist Paul en Peter zaten op de achterbank en in de kofferbak zat een skelet van kippengaas waar we die avond meer dan duizend tulpen in hadden gestoken. Nou ja, we? Vooral Peter was daar uren mee in de weer. Op de hoek van de Amstelstraat werd ik in mijn ‘tulpenrok’, die maar liefst vijftien kilo woog, gehesen. Peter placeerde mij vervolgens met deze loodzware creatie, ik ging echt bijna door mijn hoeven, op het toneel. In mijn herinnering heb ik daar uren gestaan totdat er natuurlijk gebeurde wat Peter had gepland. Ik werd Lentekoningin van de iT en kreeg een interview op de iT-pagina in de Gay Krant.
De foto van La Bellefleur, of moet ik zeggen la Tulipe?, werd op 7 april 1990 genomen door Zbiginiew Kosc.
meer liedteksten >